De uitbetalingsinstelling moet, op het moment dat de arbeider zich daar aanbiedt met de kaart van rechthebbende FM04 / FM44, de nodige kwijtingskaarten (maximum veertien!) aan de betrokken arbeider meegeven. Deze kwijtingskaarten worden door de uitbetalingsinstellingen zelf aangemaakt en worden FM04bis (volledige dienstbetrekking) en FM44bis (deeltijdse dienstbetrekking) genoemd.
Alhoewel het FBZMN het gebruik van de kwijtingskaart blijft stimuleren en hieraan zodoende de voorkeur blijft geven, wordt door het FBZMN elke verklaring van de mutualiteit aanvaard als “kwijting”.Deze verklaring moet dan wel volgende elementen verplicht vermelden:
- aanvangsdatum van de ziekte
- maand (of periode, kunnen meerdere maanden op één attest zijn) waarvoor de mutualiteit vergoedingen heeft betaald
- handtekening, datum en stempel van de mutualiteit
Het FBZMN houdt zich het recht voor de ingediende vergoedingen ziekte niet te aanvaarden indien de verklaring van de mutualiteit niet voldoet aan de vernoemde voorwaarden.
De arbeider gaat met deze kwijtingskaarten (verklaring mutualiteit), maand per maand, ter invulling naar zijn/haar mutualiteit en bezorgt deze eveneens maand per maand terug aan de uitbetalingsinstelling.
De uitbetalingsinstelling kan overgaan tot de betaling van de ingediende, volledig ingevulde en ondertekende kwijtingskaart (verklaring).
De kaart van rechthebbende en de kwijtingskaart dient NIET toegevoegd te worden bij de indiening van de betalingen! Het FBZMN houdt zich echter wel het recht voor op steekproefelijke basis per indiening een aantal kwijtingskaarten op te vragen van één of meerdere gewesten.
In geen enkel geval mogen met de kaart FM04 / FM44 meer dan veertien forfaitaire maandvergoedingen worden betaald.
Eveneens kan nooit een terugwerkende kracht van meer dan drie jaar worden aanvaard, te rekenen vanaf de geldigheidsdatum van de kaart van rechthebbende.