Als deeltijdse dienstbetrekking wordt aanzien de arbeid die niet gepresteerd wordt in een voltijdse arbeidsregeling. Het FBZMN aanvaardt in de sectoren werkloosheid dezelfde maatstaven als de RVA om te bepalen of een arbeidsregeling aanzien wordt als voltijdse dienstbetrekking.
Een arbeidsregeling wordt dus geacht voltijds te zijn, wanneer zij normaal gemiddeld vijfendertig arbeidsuren per week omvat, op voorwaarde dat het loon overeenstemt met dat, verschuldigd voor een volledige werkweek in het bedrijf. Als arbeidsuren worden beschouwd de uren waarmee rekening wordt gehouden voor de berekening van de bijdragen voor de sociale zekerheid.
In de sectoren ziekte wordt als voltijdse dienstbetrekking aanzien, de arbeid die tenminste 75% bedraagt van de arbeid die gepresteerd wordt door het voltijds tewerkgesteld personeel van de onderneming. Wanneer het arbeidsregime minder dan 75% van die arbeid bedraagt, wordt het aanzien als deeltijdse dienstbetrekking.
Arbeid die door het FBZMN wordt aanzien als deeltijdse dienstbetrekking wordt vergoed alsof hij gepresteerd is aan 50% van de voltijdse dienstbetrekking.
In geval van discussie omtrent het statuut van de arbeider (voltijds of deeltijds), staat het de arbeider of diens syndicaat steeds vrij een dossier ter zake in te leiden bij de bevoegde instantie van het FBZMN. De genomen beslissing zal steeds aan de vraagstellende partij worden bekendgemaakt.