Voorwaarde waaraan de werkloosheid met bedrijfstoeslag moet voldoen
De werkloosheid met bedrijfstoeslag moet worden toegekend in het kader van een C.A.O. waarbij gelijkaardige voordelen worden toegekend als deze voorzien in de C.A.O.17 van 19.12.1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard bij K.B. van 16.01.1975 (B.S. van 31.01.1975). Bij de ingang van de werkloosheid met bedrijfstoeslag moet de arbeid(st)er voldoen aan de bepalingen van de C.A.O
Duur van de verplichting
De werkgever is ertoe verplicht een speciale bijdrage te betalen aan het FBZMN voor de arbeid(st)ers die in werkloosheid met bedrijfstoeslag werden gesteld en op de eerste werkloosheidsdag minder dan achtenvijftig jaar oud waren, op voorwaarde dat de C.A.O., op basis waarvan de werkloosheid met bedrijfstoeslag werd toegekend, aan de voorwaarden voldoet, gesteld door het F.B.Z.M.N.
Deze speciale bijdrage is verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand van de afdanking, indien de eerste werkloosheidsdag valt op de eerste werkdag van de maand, of, indien dit niet het geval is, vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand van afdanking (vooropzegperiode inbegrepen) tot de laatste dag van de maand waarin:
- de arbeider achtenvijftig jaar wordt
- de arbeid(st)er is overleden.
Wanneer de werkgever in kennis wordt gesteld van het overlijden van een werkloze met bedrijfstoeslag dient hij het Nationaal Secretariaat daarvan onmiddellijk te verwittigen.
Basis van berekening van deze bijdrage.
Deze bijdrage wordt berekend op de bruto bezoldiging van de refertemaand, die als basis dient voor de berekening van de werkloosheid met bedrijfstoeslag.
De bruto bezoldigingen waarop de speciale bijdrage wordt berekend, worden elk jaar op 1 januari aangepast met een percentage, dat rekening houdt met de index evolutie in de sector en met de coëfficiënt die in het kader van de C.A.O.17 vastgesteld wordt door de Nationale Arbeidsraad.
Bedrag van deze bijdrage.
De bijdrage “vervroegd” is vastgesteld op 0,66%.
Aangifte van deze bijdrage.
De werkgever moet in feite niet de aangifte doen van de bijdrage zelf. Hij is er wel toe gehouden, voor elke arbeid(st)er die hij in werkloosheid met bedrijfstoeslag stelt, het formulier FM25WE in te vullen en het te zenden naar het Nationaal Secretariaat van het FBZMN
Vordering van de bijdrage
De speciale bijdrage van dit stelsel wordt per kwartaal gevorderd door het Nationaal Secretariaat met speciale vorderingsformulieren. Deze vermelden telkens de overgedragen totalen van het vorig trimester, de nieuwe gevallen alsmede de gevallen die uit het stelsel worden gelicht, ofwel omdat arbeid(st)ers overleden zijn, ofwel omdat ze de leeftijd van achtenvijftig jaar bereikt hebben.
Deze bijdrage moet betaald zijn binnen dezelfde termijn als voorzien voor de gewone bijdrage.
Bij ontstentenis zal het Nationaal Secretariaat dienst «Geschillen» het dossier verder behandelen.
Laattijdige betaling der bijdrage / Sancties
De niet-betaling op de voorziene vervaldag geeft aanleiding tot dezelfde sancties als voorzien bij de gewone bijdrage.
Gevolgen
Wanneer een werkloze met bedrijfstoeslag in dit stelsel wordt opgenomen, en aan de patronale voorwaarden wordt voldaan, dan garandeert het FBZMN de uitbetaling van de aanvullende vergoeding voorzien in het kader van de werkloosheid met bedrijfstoeslag na voltijdse of deeltijdse dienstbetrekking.
De werkloze met bedrijfstoeslag heeft recht op de uitkeringen van de in de C.A.O. voorziene werkloosheid met bedrijfstoeslag, zijnde van de werkgever op een vergoeding die gewoonlijk gelijk is aan de helft van het verschil tussen het nettoloon en de officiële werkloosheidsuitkering.
De werkgever mag van het door hem verschuldigde bedrag de aanvullende vergoeding aftrekken die aan de werkloze met bedrijfstoeslag door het FBZMN wordt toegekend.