Voor de grensarbeiders gelden dezelfde regels als voor de binnenlandse arbeiders, met dien verstande dat elke aanvraag dient voorgelegd te worden aan de bevoegde instantie van het FBZMN en dit via de beroepscentrale.
De werkgever die oudere werknemers op SWT stellen zijn het totaal van de bijdragen voor bestaanszekerheid verschuldigd vanaf de leeftijd dat de werknemer op SWT gesteld wordt tot aan de leeftijd van 60 jaar (57 jaar voor de arbeiders van wie de werkloosheid begon tussen 1 januari 1985 en 31 december 2017 en wiens ontslag met het oog op SWT betekend werd voor 1 juli 2009, 58 jaar voor de arbeiders wiens ontslag met het oog op SWT betekend werd in de periode van 1 juli 2009 tot 31 december 2017 en 59 jaar voor de arbeiders wiens ontslag met het oog op SWT betekend werd in de periode van 01 januari 2018 tot 31 december 2018). Deze bijdragen worden berekend op de laatste bruto bezoldiging die door de in artikel 19ter, §§ 2, 3, 4, 5 en 7 bedoelde arbeiders werd verdiend
Deze bruto bezoldiging zal jaarlijks worden aangepast met een coëfficiënt die rekening houdt met de evolutie van de regelingslonen overeenkomstig de procedure voorzien in de artikelen 6 en 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.