De aanvullende vergoeding voor oudere zieken wordt uitbetaald per kalendermaand.
De Uitbetalingsinstelling is in het bezit van de kaart van rechthebbende.
Ze bezorgt de rechthebbende per maand een kwijtingskaart:
FM34bis (voltijds) of FM84bis (deeltijds) voor de ziekte waarvoor een kaart FM34/ FM84 werd uitgegeven
FM35bis (voltijds) of FM85bis (deeltijds) voor de ziekte waarvoor een kaart FM35/ FM85 werd uitgegeven.
Alhoewel het FBZMN het gebruik van de kwijtingskaart blijft stimuleren en hieraan zodoende de voorkeur blijft geven, wordt door het FBZMN elke verklaring van de mutualiteit aanvaard als “kwijting”.
Deze verklaring moet dan wel volgende elementen verplicht vermelden:
- aanvangsdatum van de ziekte
- maand (of periode, kunnen meerdere maanden op één attest zijn) waarvoor de mutualiteit vergoedingen heeft betaald
- handtekening, datum en stempel van de mutualiteit
Het FBZMN houdt zich het recht voor de ingediende vergoedingen ziekte niet te aanvaarden indien de verklaring van de mutualiteit niet voldoet aan de vernoemde voorwaarden.
De kwijtingskaart - of een verklaring - moet door zijn/haar Mutualiteit worden ingevuld. Vervolgens biedt de oudere zieke zich aan bij de Uitbetalingsinstelling met de ingevulde en ondertekende kwijtingskaart - verklaring. De Uitbetalingsinstelling kan nu overgaan tot uitbetaling van de aanvullende vergoeding.
In geen enkel geval kan een terugwerkende kracht aanvaard worden van meer dan drie jaar.